Blog

6
okt

Hart voor de wereld (1)

Inleiding
Freud bracht de twee giganten, die volgens hem het onbewuste psychische leven bepalen – de seksualiteit en de dood – onder één noemer, de vergankelijke lichamelijkheid. Je komt dan op een psychologie met een geheel eigen economie geregeerd door lichamelijke impulsen in hun gebondenheid aan materiële schaarste, eindigheid. Hooglied stijgt daar boven uit. Maar wat is het, waardoor de liefde, die in Hooglied wordt beschreven, de hartstocht meeneemt naar een hoger niveau en het sterker maakt dan de dood? Met die vraag gaan we te rade bij de Joodse filosoof Franz Rosenzweig. Hij maakte Hooglied en de liefde tot de kern van de Davidsster, die daarmee ‘de ster van de verlossing’ werd. In dit eerste deel van het artikel ‘Hart voor de wereld’ staan we stil bij deze twee auteurs.
Vanuit een heel andere hoek, en wel de oud Oosterse Veda-literatuur komt de chakrapsychologie, beschreven door Anodea Judith, met ook een nadruk op de liefde. Dit maal gaat het om het hartchakra, waarin de seksualiteit op een hoger, meeromvattend plan wordt gebracht, zonder dat het als lichamelijk genot wordt gediskwalificeerd. Judith vertaalt vervolgens de chakra’s naar wereldbeelden, waarin de mensheid en haar beschavingen tot nu hebben geleefd. Vooral de overgangen tussen die wereldbeelden zijn interessant, omdat we op dit moment in de westerse cultuur ook in een overgang zitten naar een nieuw wereldbeeld. Dit komt aan de orde in het tweede deel van dit artikel na de serie preken over de profeet Jeremia waarin het met name ook over de overgangfase tussen twee wereldbeelden zal gaan.

Hooglied en Freuds strijd der giganten
Freud beschreef het innerlijke leven, de psyche van de mens, als de strijd der twee giganten eros (seksualiteit) en thanatos (de dood). Daarbij handelt de mens volgens hem vooral vanuit individuele economische motieven – maximale bevrediging bij minimale inspanning – maar deze worden voor het grootste deel verdrongen naar het onderbewustzijn, waar ze ongecontroleerd een eigen leven gaan leiden. Op die manier versterken doodsangst en lust elkaar. In beide zit een zekere dwang van het lichamelijke, het vergankelijke. De individuele bewuste en vrije wil wordt er door in zichzelf opgesloten en gestuurd. Met hun onderlinge strijd in het onderbewustzijn verdrijven de giganten de ontspanning, vergroten de stress en versterken het isolement. Een harmonieuze ontwikkeling in een liefdevolle zorgstructuur wordt op die manier haast onmogelijk. En de vraag is of de analyse van al deze onbewuste processen, met z’n nadruk op het individu, het isolement niet eerder versterkt dan oplost.
Natuurlijk hebben Freuds giganten alles met elkaar te maken. In Hooglied 8,6 staat niet voor niets: ‘Sterk als de dood is de liefde, beklemmend als het dodenrijk de hartstocht.’ Maar de hartstocht, dat vlammende vuur, wint in Hooglied. Zeeën – symbool van de oerwateren, chaos en dood – kunnen haar niet doven, rivieren spoelen haar niet weg; aldus Hooglied 8,7. Waarom niet? Omdat de liefde van man en vrouw er is ingebed in een veel ruimer begrip van liefde, dat de hele schepping omvat en is verbonden met de Allerhoogste. Zoveel is inmiddels wel duidelijk geworden, dat Hooglied de liefde niet reduceert tot alleen de seksualiteit. Hoewel de seksualiteit in Hooglied een heel belangrijke rol heeft, wordt ze ook verbonden met het ruimere begrip liefde. De liefde, die de systeemdwang onder kritiek stelt. De liefde, die dwars door de dikke muren om het hart heen fladdert en zo mensen bewust maakt van hun diepere zelf en van hun verantwoordelijkheid voor de ander. De liefde, die mensen verbindt en op een ontspannen manier tot hun recht laat komen. Niet de analyse maar de liefde brengt het proces van bevrijding uit het isolement op gang.

Franz Rosenzweig en de liefde
Inleiding
Franz Rosenzweig heeft zijn boek Der Stern der Erlösung (Frankfurt, 1996, 5e druk, 472 blz.) geschreven in de loopgraven ergens op de Balkan, waar hij als Duits soldaat gelegerd was tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het hele boek is geplaatst tussen twee woorden: de tekst begint met Vom Tode en eindigt met ins Leben. In het centrum van deze reis van de dood naar het leven plaatst hij Hooglied, als de kern van de doorgaande zelf-openbaring van de Eeuwige aan zijn schepping. Hoe zit dat?

Der Stern der Erlösung
De Davidster
Uitgangspunt van Der Stern der Erlösung is de Davidster, bestaande uit twee omgekeerde driehoeken, die in elkaar zijn geschoven. De eerste driehoek is eigenlijk geen echte driehoek, maar wordt bepaald door de drie punten – elementen – waartussen je een driehoek zou kunnen voorstellen. Die elementen zijn God, wereld en mens. Van deze elementen zelf weten we eigenlijk niets, maar, omdat er drie ‘nietsen’ zijn, hebben we wel het begin van een onderscheid. En daarmee gloort de hoop, dat er toch iets van rationele kennis over de elementen kan ontstaan, zij het ook altijd voorlopig en onvolledig. Meer weten we van de relaties tussen de elementen, die de punten van de andere driehoek bepalen. De relatie tussen God en wereld noemt Rosenzweig schepping. De relatie tussen God en mens is de openbaring. En de relatie tussen wereld en mens heet verlossing.
In feite bepalen deze laatste drie begrippen ook de inhoud van de drie delen waaruit Der Stern bestaat. In het eerste deel – Die Elemente, driehoek 1- gaat het over de schepping of de altijd durende ‘voor’-wereld; het tweede deel – Die Bahn, driehoek 2 – behandelt de openbaring en de zich steeds vernieuwende wereld; het derde deel – Die Gestalt, driehoek 1 en 2,  samen de ster – gaat door op de verlossing van mens en wereld in samenhang met de eeuwige ‘boven’-wereld. In de ster brandt het eeuwige vuur van het Joodse geloof. Dit vuur is als stralen door de wereld gebracht door het Christendom. In hun samengaan groeit de verlossing van mens en wereld.
Gershom Sholem (de kabalah deskundige) heeft Der Stern der Erlösung het moeilijkste boek genoemd van de Westerse filosofie en ik denk dat hij daarin gelijk heeft. Wat het boek zo moeilijk en tegelijkertijd zo boeiend maakt is, dat Rosenzweig Joods en Christelijk, Hebreeuws en Grieks denken met elkaar wil integreren. De twee tegenpolen, die zo lijnrecht tegenover elkaar staan, moeten worden samengesmeed tot een nieuwe eenheid. Daarbij spreekt Rosenzweig zowel de taal van de Hebreeuwse als die van de Griekse cultuur en is naar beide kanten zeer kritisch.

Rosenzweigs kritiek op het westerse rationele totaliteitsdenken
Dat begint al direct in de inleiding van deel 1, ‘over de mogelijkheid om het ‘al’ te kennen’.  Het westers denken pretendeert dat dit mogelijk is, maar daarvoor neemt ze haar toevlucht tot een kunstmatige rationele kunstgreep. Eerst wordt ‘de dood’ tot een abstract begrip gemaakt, dat als zodanig prima rationeel te hanteren is. Zo wordt de angel eruit gehaald. We hebben het niet meer over al die stijve en koude lijken van mensen, die op een natuurlijke of op de meest gruwelijke manier aan hun eind zijn gekomen. We hebben het niet meer over het afschuwelijke lijden, dat ieder levenseinde met zich mee kan brengen en dat opgeteld op wereldschaal niet meer te bevatten is. We hebben het over het enkelvoudige abstracte begrip ‘de dood’, dat we zelfs – in z’n abstracte eenvoud – rationeel in de vingers denken  te hebben en zodoende van elk mysterie ontdoen.
Zo denken we op dezelfde manier ook ‘het al’ te kunnen bevatten. Maar ons rationele begrip van ‘het al’ is net zo’n karikatuur als ons rationele begrip van ‘de dood’.  Zulk rationeel begrijpen is opgeblazen machtswellust, dat geen flauw benul heeft van wat er zich werkelijk buiten haar zelf afspeelt. Het echt begrijpen begint niet met allerlei rationele reducties van de werkelijkheid tot abstracte eenheidsbegrippen, maar met het serieus nemen van die werkelijkheid. En daarin is de dood een afschuwelijke zaak, elke keer weer, elke keer anders. Door dat besef ontstaat het begin van onderscheid, waardoor we mogen hopen op een beetje begrip – rationeel, emotioneel en existentieel – van ‘dood’ en ‘al’. We begrijpen een topje van de ijsberg, het grootste deel is mysterie, verborgen onder de oppervlakte.

Hebreeuws en Grieks denken geïntegreerd in de Davidster
Zo wijst Rosenzweig het westers denken terecht, dat in z’n regel-, controleer- en heerszucht alles onder rationele controle pretendeert te hebben en zo zichzelf het echte zicht op een veel grotere werkelijkheid ontneemt. Om van die grotere werkelijkheid iets te kunnen begrijpen, moeten we als mens eerst toegeven dat ons kennen altijd partieel, voorlopig zal zijn, omdat die werkelijkheid ons kennen overstijgt. Net zoals de Allerhoogste, de Eeuwige ons begrip te boven gaat. In het kennen zit daarom altijd iets van geloof, niet zeker weten. Het staat namelijk altijd open voor die grotere werkelijkheid, die zij nooit op wat voor manier dan ook in z’n totaliteit zal kunnen bevatten, beheersen of controleren. Door zo’n bescheiden opstelling neemt de kans, dat je kennis groeit enorm toe. Het ontvangen van betekenis is er namelijk belangrijker dan het geven van betekenis. Door deze correctie in het westers denken – die een belangrijke Joodse denker als Lévinas zo overneemt, omdat ze perfect past in de Hebreeuwse beleving van de hele werkelijkheid – maakt Rosenzweig wel de weg vrij voor de Westerse filosofie en wetenschap in het Joodse leven. En aan die kant was het ook af en toe wel even slikken, vooral als het westers Christendom wordt betrokken in een meer universele betekenis van de Davidster.

De liefde
Centrum van de zich steeds vernieuwende wereld in deel 2 is het wonder van de openbaring van God aan de mens als liefde. En zo komen we op Hooglied, waarin de liefde in alle toonaarden wordt bezongen. Het is door de liefde, dat mens en wereld zich steeds weer vernieuwen. Want de liefde fladdert als een vlinder door alle bestaande machtsstructuren heen en verandert ze van binnen uit. De liefde gaat dwars door de harde versterkte muren om elk hart en maakt mensen soepel, veerkrachtig en open voor elkaar. De liefde verenigt twee tegenpolen en deze twee zijn samen één en drie tegelijk. In de liefde zijn kwetsbare geliefden veilig, in hun eigen wereldje, in de grote wereld, in de werkelijkheid die ons begrip overstijgt. Want  ze mogen schuilen onder de vleugels van de Eeuwige – geprezen zij zijn Naam. En uiteindelijk is liefde de basis van de verlossing in deel 3, omdat zij mensen helpt om liefdevolle structuren te bouwen, waarin iedereen kan groeien en bloeien.
De verlossing is een zaak tussen mens en wereld en de liefde maakt haar mogelijk. Het lijden is een mysterie, de koude bittere dood van zo velen een bodemloze put, maar de liefde brengt mensen in beweging op de weg naar het leven. De liefde – zeker als het gaat om de liefde van God – is ook een mysterie, maar ze heeft een streepje voor op, is net even sterker dan het mysterie van lijden en dood. Waar dood ontbinding betekent, desintegratie en gescheiden worden van de gemeenschap, daar brengt de liefde samen en maakt gemeenschap mogelijk. En het is het gebed van de gemeenschap, dat de Allerhoogste uitnodigt om deel te nemen aan de verlossing van de mens en zijn wereld, en wel op zo’n manier dat Hij trouw blijft aan het wezen van een ‘God beyond gods’, pure liefde.

Tenslotte
Koningsmacht, wereldrijken, de grote beschavingen ontstaan door nieuwe technologieën, die de natuurlijke processen rationeel gaan controleren en gebruiken voor eigen voordeel. Ze moeten zichzelf met legers in stand houden, hun macht bevechten en ook weer afstaan als een ander sterker blijkt. Macht uitoefenen over de vrouw, haar in harems opsluiten hoort daar ook bij. Welnu, de overgang van het mythologische wereldbeeld naar het meer rationele wereldbeeld – zoals we die zagen bij Jared Diamond in het vorige artikel – heeft het Midden Oosten het hele millennium vóór het begin van onze jaartelling in de greep gehouden. Voor Israël werd die overgang met name pijnlijk voelbaar, toen zij met de Babylonische ballingschap haar koningsmacht voorgoed verloor, die vijf eeuwen eerder was begonnen met David en Salomo.
In de komende preken gaan we ons daarom richten op Jeremia. Hij leefde namelijk in de tijd, die voorafging aan de Babylonische ballingschap. De overgang van het mythologische naar het rationele wereldbeeld, waarvan Jeremia getuige was, is voor ons interessant. Er zijn namelijk parallellen te trekken met de overgang in onze huidige westerse cultuur van het rationele wereldbeeld naar het tijdperk van de liefde – ook wel Aquarius genoemd. Want er is iets, dat sterker is dan de dood, die scheidt en dat is de liefde, die verbindt. Dat is in de kern van de zaak – net als in Hooglied – ook de boodschap van Jeremia.

Ik zou het leuk vinden als je op de gedachten in dit artikel of in andere artikelen wilt reageren.

Leave a Reply

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.