Vielleicht Esther
13 maart 2016; zondag 5 van de lijdenstijd
Thema: ‘ik-jij’ beleven i.p.v. ‘wij-zij’ denken; een eerbetoon aan Katja Petrowskaja
Overdenking
Duurzame kwaliteit
In de gemeente van Christus gaat het niet om grijpen en graaien maar om delen en geven! Ja maar moet je dan alles zo maar weggeven? Wij zitten toch ook gewoon – ook als kerk – in de normale economische werkelijkheid, kosten en baten, geld en zo. Wij moeten ook de eindjes aan elkaar knopen en het liefst zo slim mogelijk, zodat er ook nog wat overblijf voor de min-der bedeelden. Een beetje zakelijkheid kan toch geen kwaad? Natuurlijk niet maar in de echte zakelijkheid, zeker die van de nieuwe tijd, is er echte aandacht voor het belang van de klant. Klantenbinding ontstaat doordat je kwaliteit levert, mensen gaan praten over wat je doet en zo reclame voor je gaan maken zonder dat het je een cent kost. Je legt je ziel en zaligheid in je product, je dienst, dat is gewoon fijn werken en de ander is er alleen maar bij gebaat. Er gaat liefde stromen in je werk, in je klantenkring, in je sociale contacten, in je leven. Onder de oppervlakte is er een positieve energie actief die bergen verzet zonder dat er met een woord door jezelf over hoeft te worden gerept. Duurzame kwaliteit is het devies van het nieuwe werken en de basis voor een nieuw oervertrouwen, waarmee het leven goed wordt. Een basis die het waard is om echt moeite voor te doen, om met liefde, geduld en volharding aan te werken. Als dat al geldt voor het gewone leven, dan geldt dat zeker voor de Gemeente van Christus
De graaiende pachters
Als er iets duidelijk wordt in onze tijd dan is het wel dat de mensheid voor een groot deel uit graaiende pachters bestaat. Zeker als er niet zo veel meer zeker of vanzelfsprekend is, dan komen de wortels boven en vrezen we voor ons bestaan, onze toekomst, ons leven. Dan gaan we denken in termen van ‘wij – zij’. Wij doen het goed, zij niet. Zo kun je de boze buitenwe-reld buiten sluiten en creëer je tenminste nog een soort van schijn van zekerheid.
De landeigenaar wil z’n pacht innen, de opbrengsten ontvangen waar hij recht op heeft. Z’n boodschappers worden mishandeld en uiteindelijk wordt de enige echte erfgenaam vermoord. Wij bewerken het land, oogsten de opbrengsten met bloed zweet en tranen en dus is de hele opbrengst voor ons. Zij de landeigenaar en zijn zoon zitten een beetje mooi weer te spelen met bezit waar ze niks voor hoeven doen. Wij gaan een coup plegen, zodat wij de eigenaren worden en zij het veld moeten ruimen. Tja dan heb je toch buiten de waard gerekend, waar-schijnlijk komt de langeigenaar nu in actie, gooit de graaiende pachters van zijn land, doodt ze zelfs en geeft het land aan andere minder hebzuchtige pachters. Als de mensen aan wie Je-zus dit verhaal vertelt – en vooral de farizeeën dat horen, komen ze in berweer. Dat nooit. Kennelijk hebben ze in de gaten dat het hier niet alleen om geld, materie en bezit gaat, maar om veel meer.
Waar het in dit verhaal om gaat is voor mijn gevoel vooral dat beperkende wij-zij denken. Wij doen het goed, zij niet. Ze voelen op hun klompen aan, dat met de pachters eigenlijk de leiders van het Jahwehgeloof en daarmee dat geloof zelf worden bedoeld. Niet voor niets wil-len zij Jezus het liefst grijpen en onschadelijk maken, maar ze durfden toch niet zover te gaan, hoewel dat aan het eind van het liedje toch wel gebeurt. Maar waarom voelen ze zich zo aangesproken en willen ze Jezus onschadelijk maken, vermoorden? Omdat hij haarscherp de makken van het Jahwehgeloof, zoals dat door de machthebbers in zijn tijd werd geprakti-seerd, aan de kaak stelt. Dat geloof was verworden tot een verzameling regeltjes die je moest opvolgen, om met een goed leven beloond te worden. Anders kreeg je de meest afgrijselijke ziektes, werd je uit de gemeenschap gestoten of ging je vroegtijdig dood. Ja en wij doen dat natuurlijk, wij volgen braaf de regeltjes en zij niet. Op die manier verdwijnt alle medemense-lijkheid, meeleven met hen die het zwaar hebben en voor wie het leven moeilijk is. Voor de weduwe, de wees en de vreemdeling hoef je niks meer te doen, want tja zij worden nu een-maal gestraft voor hun zondig leven en dat verdienen ze ook. Zo wordt de wijngaard door de pachters voor henzelf opgeëist en wordt vergeten hoe de landeigenaar het eigenlijk had be-doeld allemaal. De Schriften staan er vol mee, met die goede bedoelingen, de compassie, het medeleven met de outcasts, maar dat wordt allemaal op deze manier door de Schriftgeleerden met voeten getreden.
‘Ik en jij’ in plaats van ‘wij en zij’
Ofwel, hoe meer je graait, je bestaan probeert zeker te stellen, hoe meer de compassie, het meeleven, de liefde verdwijnt en het leven zelf en je eigen bestaan daarin onzekerder worden. Je kunt zomaar van je wijngaard worden gegooid en zelfs worden gedood. Graaien brengt niks en de zekerheid die je er mee verwerft is een schijnzekerheid. Jezus lijkt weer terug te willen naar de oude waarden van het Jahwehgeloof, die ook voor de onzekere toekomst van waarde blijven. In geloven gaat het helemaal niet om het scheppen van een schijnzekerheid, geloven is juist leren leven in de onzekerheid, het risico durven nemen van de liefdevolle verbinding, weer oog krijgen voor ‘ik en jij’ in plaats van ‘wij en zij’.
Afgelopen donderdag was er een speciale uitzending van ‘De wereld draait door’. Adriaan van Dis had in het kader van de Boekenweek een drietal gesprekken met heel bijzondere schrijvers. Het tweede gesprek was met een Joodse schrijfster Katja Petrowskaja en haar boek Misschien Esther gaat over ‘ik en jij’ in het spanningsveld van het ‘wij-zij’ denken door de grootmachten Rusland en Duitsland vóór en tijdens de Tweede Wereldoorlog. Als Oekra-iense was haar moedertaal Russisch, haar familie heeft geleden onder het onderdrukkende Russische systeem. In de oorlog kwamen daar nog de meest afgrijselijke misdaden van het Nazi regiem bij. Maar zegt ze Duitsland heeft in de laatste decennia kritisch gekeken naar de eigen geschiedenis en het Nazi verleden verwerkt, zodat er een heel nieuw Duitsland is her-rezen uit de puinhopen van de oorlog. Zo kritisch naar jezelf kijken zal in Rusland niet snel gebeuren. Daarom heeft ze de Duitse taal geleerd en is ze gaan schrijven in het Duits. En zo kwam ze tot de ontdekking dat er in elke taal iets onzegbaars wordt uitgedrukt, dat iets dat onder de taal ligt dat niet met woorden kan worden gevangen, maar dat wel het collectieve bewustzijn en onderbewustzijn inkleurt en bepaalt. Zo kwam voor haar het Duits van Rilke, Goethe en Bach weer tot leven en werd het Duits als taal een bron van inspiratie en liefdevol-le verhoudingen met zichzelf en de ander, ondanks alle ellende die haar Joodse familie van de Nazis te verduren had gehad. In haar boek Vielleicht Esther beschrijft ze die ellende tot in details, en komt tot de ontdekking dat in de grote machtssystemen een mens niet meer is dan nummer. Of overgrootmoeder die op straat is vermoord Esther heette weet ze niet zeker. Maar ze geeft haar die naam, want pas met een naam wordt een mens weer mens met wie je een liefdevolle relatie kunt hebben. Iets dat met een nummer onmogelijk is. De liefdevolle verbinding van ‘ik en jij’ dat is wat het leven bestaansrecht geeft, goed maakt, mooi maakt. Onder de oppervlakte van de taal, niet met woorden te vangen en toch zo reëel werkzaam aanwezig. Deze positieve kracht van de liefdevolle verbinding tussen mensen van vlees en bloed terug te krijgen daar gaat het Petrowskaja om, mensen met een naam, mensen met wier lot de Eeuwige zich heeft verbonden. ‘Schriftgeleerde’ Adriaan van Dis snapte daar niks van. Hij bleef in zijn hoofd en in het ‘wij-zij’ denken verwijlen. Maar als je geloven ziet als leren leven in de onzekerheid, dan ken je die diepe liefdevolle kracht die in de genen huist, mensen een naam geeft, weer mens laat zijn en bij elkaar brengt.
Liefdevolle zakelijkheid
Liefdevolle zakelijkheid is best wel mogelijk. Als het maar om mensen gaat, mensen met een naam en niet in de eerste plaats en alleen om geld. Ik bedoel, als je kwaliteit levert voor de ander, dan word je daar zelf ook beter van. Jij ontwikkelt je vakmanschap verder en de ander krijgt echt waar voor z’n geld. Eerlijke beloning voor eerlijk werk. En omdat je niet de hoofdprijs wilt voor geleverde diensten is je hele leven een soort vasten, terwijl je toch het gevoel hebt in overvloed te mogen leven. Ik denk, dat dat het is wat Jesaja bedoelt met zijn omschrijving van het vasten als goed zijn voor, compassie hebben, meeleven met de weduwe de wees en de vreemdeling in plaats van periodiek terugkerende dure religieuze plicht om een tijdje niet of zo weinig mogelijk te eten. De Eeuwige wil bevrijden van ieder juk, het losmaken van misdadige ketenen, mensen weer mens laten zijn in plaats van een nummer in een meedogenloos machtssysteem. Als je beseft wat Katja Petrowskaja en haar familie alle-maal hebben moeten doorstaan en toch dat geloof hebben behouden, dan moet dat hier en nu toch ook mogelijk zijn. En als het ergens moet dan wel in de gemeente van Christus, ook hier in Gasselte. In elke beslissing van materiële aard eerst aan mensen denken, mensen met een naam en niet direct en alleen aan geld. Liefdevolle zakelijkheid, het vasten zoals de Heer dat wil. Hij gaat dat zegenen, daar ben ik van overtuigd. Amen
Voorbeden
Lieve God,
Dank U wel U zich houdt aan Uw Woord, dat U Uw beloftes waar maakt, eeuw na eeuw, ge-slacht na geslacht, dat U mensen een naam geeft, van hen houdt en hen met hun naam aan-spreekt. Dank U wel dat U ons zo leert om met diezelfde liefde ook met elkaar om te gaan. In geestelijke en ook materiële zaken, in alles wat we doen. Help ons Heer om in alle beslissin-gen van materiële aard, die we als gemeente van U moeten nemen, de mens voorop te stellen en niet ons eigen belang. Leer ons bescheiden te zijn in dienst van de ander. Leer ons sober-heid, het vasten zoals U dat wilt door te gaan voor kwaliteit en echte waarde. Tot eer van U en opbouw van de gemeente.
Wees met een ieder van ons voor wie het leven moeilijk is en geef mensen die ons bijstaan in moeilijke tijden van rouw, ziekte eenzaamheid, verwarring, psychische nood. Een hand op de schouder, een warme glimlach, een woord van bemoediging kan al een wereld van verschil malen. Help ons om elkaar te dragen en vast te houden als dat nodig is. Wees daarom ook met ons als wij stil worden voor U. Vul onze stilte met Uw warme nabijheid, wees met hen die wij in de stilte aan U opdragen en doe met een ieder van ons naar Uw eigen liefdevolle wil.
Stil gebed
Onze Vader
Bijbellezingen:
Jesaja 58, 6-10
Lucas 20, 9-19
Mooi verhaal. Vooral dit stukje raakt me: “Liefdevolle zakelijkheid is best wel mogelijk. Als het maar om mensen gaat, mensen met een naam en niet in de eerste plaats en alleen om geld. Ik bedoel, als je kwaliteit levert voor de ander, dan word je daar zelf ook beter van. Jij ontwikkelt je vakmanschap verder en de ander krijgt echt waar voor z’n geld. Eerlijke beloning voor eerlijk werk. En omdat je niet de hoofdprijs wilt voor geleverde diensten is je hele leven een soort vasten, terwijl je toch het gevoel hebt in overvloed te mogen leven”