Afscheid
3 december 2017
Thema: over liefde, geloof en hoop
Overdenking
1) Inleiding
Afscheid als predikant van de gemeente van Christus in Gasselte. Bij zoiets gaat het natuurlijk om veel meer dan alleen de vertrekkende predikant. Maar ik neem vandaag wel de vrijheid om wat persoonlijke accenten te leggen op dingen die mij dierbaar zijn geworden in de loop van de tijd. Mijn verhaal voor deze zondag bestaat uit vier onderdelen. Eerst de inleiding waar ik nu mee bezig ben, dan een stuk over de liefde, vervolgens een stuk over geloof en tenslotte nog een stuk over de hoop. Ik concentreer me daarbij op een paar oer-stoffelijke zaken in dit kerkgebouw. Bij het stuk over de liefde is dat het liturgisch centrum en het orgel, bij het stuk over geloof de kerkruimte waarin we hier zitten, en in het stuk over de hoop doet de haan op onze kerktoren ook nog een duit in het zakje. De Schriftlezingen van vandaag hebben vooral een ondersteunende rol: Jesaja geeft een soort van ondergrond en Mattheus wijst de richting die we op kunnen gaan. In dit vooral ruimtelijke plaatje speelt toch ook de tijd een belangrijke rol. Ik werd op 21 mei 1989 hier als predikant bevestigd, dat was zondag trinitatis en neem op 3 december 2017 afscheid, en dat is de eerste zondag van advent. Deze plekken in het kerkelijke jaar – die ik overigens niet zelf heb gekozen – blijken van wezenlijke betekenis te zijn voor mijn functioneren tussen deze twee stipjes in de tijd in dit wonderlijke ambt.
2) De liefde
Goed, de liefde dus. Ik wilde graag met Pinksteren bevestigd worden in 1989, maar dat lukte niet want die dienst was al helemaal ingevuld. Het werd een weekje later, zondag trinitatis. Dat is latijn voor de drie-eenheid van Vader, Zoon en Heilige Geest. Over die verhouding is al meer dan 2000 jaar gestecheld door kerkvaders, theologen en filosofen en men is er nog niet uit. Maar wat mij in die triniteit vooral aanspreekt, is niet hoe je goed rationeel onderscheid maakt tussen de verschillende Goddelijke partners om ze verstandelijk op een rijtje te krijgen, maar juist dat wat je verstand te boven gaat, het mysterie van de liefde die verbindt. En juist het laatste gebeurde tijdens mijn bevestiging. De dienst werd geleid door prof. dr. G.D.J. Dingemans, die ook mijn promotor was bij mijn promotieonderzoek dat tegelijk met mijn predikantschap van start ging. Hij wilde er heel graag ook vandaag met zijn vrouw bij zijn, maar helaas gezondheidsproblemen gooiden roet in het eten. Hoe dan ook, bij de bevestiging van een predikant speelt de handoplegging een belangrijke rol. Ik weet nog goed dat ik daar op een knielbankje neerzeeg en er allemaal mensen in een cirkel om mij heen kwamen staan om mij samen de handen op te leggen, terwijl Gijs een tekst uitsprak. Een paar collega predikanten uit de ring, een paar mensen uit de gemeente, uit de kerkenraad, een paar vrienden, zelfs mijn vader mocht er aan meedoen, én Geertje die toen onze kosteres was en er ook vandaag weer bij is. Wat ik daar voelde onder dat dak van zegenende handen was pure hartsverbinding, liefde die dwars door alle muren heen brak, mysterieus, bijna goddelijk licht en een innerlijke vrede die alle verstand te boven ging. En dit is de basis geworden en gebleven van mijn werk als predikant in Gasselte.
En het orgel? Wat heeft dat met dit alles te maken. Nou alles dus! Toen ik hier kwam werd het orgel door de toenmalige organist Meijer met aluminiumfolie aan de praat gehouden en was dus dringend aan vervanging toe. Er was door de gemeente al f 100.000,- bij elkaar geharkt voor een nieuw orgel. Je kon bij de aanschaf van een orgel de officiële weg bewandelen met een landelijke orgelcommissie en orgeladviseur en zo een monumentaal orgel aanschaffen voor veel meer geld, maar ook met heel veel subsidie. De toenmalige kerkenraad besloot om deze weg te gaan en wat hebben we genoten van het hele proces om tot een goede keuze te komen. Onze adviseur Stef Tuinstra nam ons namelijk mee op excursie. Ons dat wil zeggen iedereen uit de gemeente die daarin geïnteresseerd was, zo’n 20 à 30 mensen. Eerst heeft hij een zaterdagochtend gebruikt om ons de fijne kneepjes van de orgelbouw uit te leggen en daarna zijn we vier of vijf zaterdagen in allerlei kerken orgels gaan bespelen en beluisteren. Prachtige orgels, heerlijke muziek, puur genieten dus. Ook hebben we de werkplaatsen van verschillende orgelbouwers bezocht. Hilarisch wat we daar beleefden. De meeste orgelbouwers waren niet gewend om zoveel geïnteresseerde leken in hun werkplaats te ontvangen en te informeren en ze verwachten van dit stelletje ongeregeld ook helemaal geen kritische, ter zake doende vragen. Maar die kwamen wel. Regelmatig klonk de stem van Fenna Hadders in het plat Drents door de ruimte. ‘Hé Stef ’t holt van dizze örgelpiep is nit en dosse ezaag. Kiek toch es, de plank’n trekk’n noe al krom’ En de reactie van de orgelbouwer betekende dan weer een belangrijke stap in ons besluitvormingsproces. Sommigen zag je denken: ‘shit, dat mens heeft gelijk’ en verlieten de ruimte. Anderen namen Fenna serieus: ‘jazeker mevrouw u hebt gelijk, maar voor deze pijp is dat niet echt nodig, want …’. Als Fenna tevreden was, waren we dat allemaal wel min of meer. Zo zijn we uiteindelijk uitgekomen op ons prachtige Scheuer orgel uit Woudsend en dat is door Bakker en Timmenga uit Leeuwarden hier in Gasselte geplaatst. Een juweeltje, precies goed voor ons kleine witte kerkje. Met z’n allen, geleid door een liefdevolle geest, zijn we gezegend met een instrument dat nu al zoveel jaren de lofzang aan de Allerhoogste God van de hemelen en de aarde elke eredienst weer opnieuw op een bijzondere manier ondersteunt. En elke keer, als de organist al die verschillende stemmen van het orgel in harmonie samen laat klinken, voel ik weer de energie die door mij heen stroomde tijdens de handoplegging in mijn bevestigingsdienst.
3) Het geloof
En dan nu het geloof. Ik geloof dat het experiment ‘aarde’ gaat lukken! Dat kan als de tegenpolen materie en geest, biologie en ethiek, seksualiteit en spiritualiteit op een liefdevolle manier met elkaar worden verbonden. En daarin word ik altijd weer enorm geïnspireerd door het Joodse eenheids-denken en de Hebreeuwse belevingswereld van het Oude of Eerste Testament en ook hoe die belevingswereld via het Nieuwe Testament in de Griekse-Romeinse, zeg maar de Westerse wereld ingang vond. En om de week mocht ik daar weer een preek over maken. Preken is voor mij niet alleen een waardevolle kunst, maar ook elke keer opnieuw een spannend avontuur. Elke preek betekende voor mij een mooie zoektocht naar nieuwe betekenissen die de Bijbelteksten ons aanreiken. En wat is het dan fijn om dat op zondag in de ruimte van ons mooie intieme witte kerkje te delen met de gemeente. Kijk nou toch mensen wat ik nu weer heb ontdekt. Jaar, na jaar, na jaar, na jaar …
Een paar weken geleden hebben we het hier gehad over de wereldwijde bestseller van de Joodse historicus Yuval Noah Harari met de titel Homo Sapiens, een kleine geschiedenis van de mensheid. In dat boek komt de mens er niet best af, eigenlijk roeit hij alles uit wat hem in de weg zit om zelf de totale macht over alles naar zich toe te trekken. Dat beeld wordt verder uitgewerkt in het boek dat er op volgt Homo Deus, een kleine geschiedenis van de toekomst. Daarin gaat de mens op zoek naar gelukzaligheid, onsterfelijkheid en goddelijkheid, én – zegt Harari – het is zeer wel denkbaar dat hem dat met de huidige ontwikkeling van de technologie binnen afzienbare tijd ook gewoon gaat lukken. Met de biotechnologie kan men ons lichaam zo vervolmaken dat de onsterfelijkheid in zicht komt. Tja en dan heersen we als goden over alles. Het punt is alleen, als je met miljoenen nanochipjes in je lijf rond loopt, die alle afwijkingen en ziektekiemen direct opsporen en elimineren, ben je dan nog een mens of meer een halve robot? En voor de goden status hebben we zelflerende computersystemen en data verwerkende programma’s nodig die de mens op den duur helemaal niet meer nodig hebben, in Matrix-achtige systemen opsluiten en uiteindelijk zelfs zullen elimineren. Harari’s beschrijving van de mensheid en haar toekomst komt griezelig dicht bij de werkelijkheid waarin we nu leven. En na 850 pagina’s stelt hij de heel simpele vraag: willen we dit?
Moeten we zoiets zelfs maar willen? Het lijkt me niet, maar hoe ontkomen we dan aan dit sombere toekomstbeeld? Weet je Harari werkt met één vooronderstelling die ik niet met hem deel en die ook heel erg niet Joods is. Hij vertelt aan het begin dat de mens taal ontwikkelde om concrete dingen uit het leven mee aan te duiden en om dingen mee te beschrijven die niet bestaan en dan doelt hij op de godenwereld van de prehistorische mens, maar ook op de Allerhoogste God van de hemelen en de aarde, op de drie-eenheid van Vader, Zoon en Heilige Geest, enz. Hoe kun je zo zeker weten dat dat allemaal niet bestaat? Dat is mijn vraag aan Harari, maar ook aan de huidige theologie, filosofie, wetenschap. Wat heb je überhaupt aan zekerheid die zich beperkt tot de ratio, het verstand. En wat stelt ‘bestaan’ nog voor zonder het mysterie van de liefdevolle hartsverbinding die tegenstellingen overstijgt en in steeds weer nieuwe syntheses aan het leven zin en betekenis geeft?
Ik geloof in een werkelijkheid en een God die groter is dan alles wat daarover door de homo sapiens, de ‘verstandige’ mens nog kan worden bedacht, ongeveer zoals dat in de natuurwetenschappen met quantum-, chaos- en snaartheorieën wordt ontdekt op het moment. En daarom geloof ik dat het experiment ‘aarde’ kan lukken met die liefdevolle energie die stroomt in een drie-eenheid als Vader, Zoon en Heilige Geest en die ook mensen daar in meeneemt. Ik geloof, dat de homo sapiens niet noodzakelijkerwijs moet evolueren in de homo deus, een soort van god, die wordt vernietigd door z’n eigen creaties, maar dat hij ook kan uitgroeien tot een homo amans, liefhebbende mens die z’n technologie en spiritualiteit deelt met de ander. Dat is wat ik lees in het Oude en Nieuwe Testament, ik zie het werkelijkheid worden bij Joodse denkers als Rosenzweig, Buber, Lévinas én in de songteksten van Leonhard Cohen. Hallelujah, Hebreeuws voor ‘Loof God, prijs de Heer’. Hoe verborgen Hij vaak ook is, Hij is er om te prijzen. En of het nu een koud, een gebroken, een eenzaam of een heilig Halleluja is, het is en blijft een Halleluja, een lofzang die verbindt, licht brengt in de duisterste duisternis en vrede voorbij het denken. And even though it all went wrong, I’ll stand right here before the Lord of song, with nothing on my tongue but Hallelujah!
4) De hoop
Tenslotte de hoop. Is er nog hoop, bestaan we nog over vijf jaar als zelfstandige gemeente van Gasselte, hoor ik mensen wel eens verzuchten. In mijn promotieonderzoek heeft de Franse filosoof Paul Ricoeur een belangrijke rol gespeeld. Zelfs hij was op een heel wonderlijke manier totaal buiten mij om met Gasselte verbonden en wel via onze Taizé broeder Frank van het Hof uit Kostvlies hier vlakbij. Beiden zijn inmiddels overleden, maar ze hebben hun sporen nagelaten en inspireren ons nog dagelijks. Ze kenden elkaar goed, want ze ontmoeten elkaar regelmatig in de Taizé gemeenschap in Frankrijk. Ze vonden elkaar in hun gezamenlijke inspiratiebron, namelijk de minderbroeders die in het begin van de dertiende eeuw waren verbonden met Fransiscus van Assisi. In de tijd van de kruistochten en ongekende wreedheid bleven zij geloven in de goedheid van de Allerhoogste en van zijn Schepping. De liefde van God is bedoeld voor iedereen, mens en dier, niemand uitgesloten. Zij brachten de liefde van God de wereld in en stoorden zich daarbij absoluut niet aan conventies. Als je het hebt over de liefdevolle verbindende energie die als een vlinder dwars door alle gesloten systemen en machtsbolwerken heen fladdert en daar veel goeds doet, dan geldt dat met name voor de minderbroeders uit de dertiende eeuw, de Taizégemeenschap in het huidige Frankrijk en ook voor het werk van Paul Ricoeur en broeder Frank in Mijmensingh Bangladesh. En wij onderhouden via onze diaconie met deze geloofsgemeenschap nog steeds een warme band.
Misschien begin je zo langzamerhand een beetje te snappen waarom ik hier zo lang dominee ben gebleven. Alles is hier gewoon, waarom zou je dan op zoek gaan naar iets ‘beters’. Het was en is fijn in Gasselte en dat maakt mij een dankbaar mens. Is er hoop? Nou ja, wat liefde bouwt dat blijft bestaan, denk ik dan. Er is in deze gemeente heel veel met liefde gebouwd en dat maakt me optimistisch als ik over de toekomst denk. En ik hou ernstig rekening met het wonder, dat de liefdevolle verbindende energie van de Goddelijke drie-eenheid in de mens gaat stromen en zodoende alle tegenstellingen in een harmonieuze eenheid doet uitmonden. Is er hoop voor de gemeente, hoop voor de mensheid, het universum? Jazeker! Hosanna, Baruch ha ba be sjem Adonai, gezegend hij die komt in de Naam van de Heer, ofwel Halleluja, de lofprijzing gaat door. Eerste advent, de komst van het licht in de duisternis, hoop op een zinvol bestaan, en uiteindelijk innerlijke rust en vrede die alle verstand te boven gaan.
En de haan, wat heeft die in dit alles nog te melden? Heb je hem zien staan op onze kerktoren. Prachtig hè hoe hij daar staat te blinken in de zon, zelfs met slecht weer schittert z’n goudkleurig gestalte je tegemoet. En weet je waarom hij daar staat? De haan kondigt het licht aan, terwijl het nog donker is.
Kom we gaan Halleluja zingen
Hallelujah – Leonard Cohen
I’ve heard there was a secret chord
That David played and it pleased the Lord
But you don’t really care for music do you?
It goes like this – the fourth, the fifth
The minor fall, the major lift
The baffled King composing Hallelujah
Chorus:
Hallelujah, hallelujah, hallelujah, hallelujah
Your faith was strong but you needed proof
You saw her bathing on the roof
Her beauty in the moonlight overthrew you
She tied you to a kitchen chair
And she broke your throne, and she cut your hair
And from your lips she drew the hallelujah
Chorus:
Hallelujah, hallelujah, hallelujah, hallelujah
Maybe there’s a God above
And all I ever learned from love
Was to shoot at someone who outdrew me
And it’s not a cry you can hear at night
It’s not somebody who’s seen the light
It’s a cold and it’s a broken hallelujah
Chorus:
Hallelujah, hallelujah, hallelujah, hallelujah
You say, I took the name in vain
I don’t even know the name
But if I did, well really, what’s it to you?
There’s a blaze of light in every word
It doesn’t matter which you heard
The holy or the broken Hallelujah
Chorus:
Hallelujah, hallelujah, hallelujah, hallelujah
O people I’ve been here before,
I know this room, I’ve walked this floor
I used to live alone before I knew you
I’ve seen your flag on the marble arch
Love is not some kind of victory march
no, It’s a cold and a very lonely hallelujah
Chorus:
Hallelujah, hallelujah, hallelujah, hallelujah
There was a time you let me know
What’s real and going on below
But now, now you never even show it to me, do you?
I remember when I moved in you
but the Holy Dove she was moving too
And every breath we drew was hallelujah
Chorus:
Hallelujah, hallelujah, hallelujah, hallelujah
I’ve done my best, I know it wasn’t much
I couldn’t feel, so I tried to touch
I’ve told the truth, I didn’t come to fool you
And even though it all went wrong
I’ll stand right here before the Lord of song
With nothing on my tongue but Hallelujah
Chorus:
Hallelujah, hallelujah, hallelujah, hallelujah
Final chorus (by Maria):
Hallelujah, hallelujah, hallelujah, hallelujah
Hallelujah, hallelujah, hallelujah, hallelujah
Bijbellezingen:
Jesaja 40, 3-11
Mattheus 21, 1-9