Blog

21
jun

Impulsen vanuit de verwante religies (2) De Islam

Het begrip Islam roept al snel associaties op met geweld en terrorisme. Ook al komen die associaties niet zo maar uit de lucht vallen – ook in het verleden is er net als in het oude Israël en het Christendom altijd wel één of ander verband geweest met oorlog, machtsstrijd en geweld – toch is er wel wat meer over de Islam te zeggen. De boeken van Karen Armstrong werken hier zeer verhelderend met name haar boek Islam, geschiedenis van een wereldgodsdienst (Amsterdam, 2005).

De Islam, enkele historische lijnen
De tijd waarin de profeet Mohammed leefde – zesde / zevende eeuw na Chr. – was chaotisch in die zin, dat er in de barre woestijn te weinig hulpbronnen waren om met z’n allen van te leven. Stammen waren gedwongen om op rooftocht te gaan en andere stammen van hun bezittingen te ontdoen om te kunnen overleven. Strijd, oorlog en geweld hoorden bij de basisprincipes van het leven en ook de profeet ontkwam daar niet helemaal aan (Mekka en Medina). Toch heeft hij z’n leven lang geprobeerd om een vreedzaam samenleven van de verschillende Arabische stammen te realiseren. Islam betekent overgave aan een goed en vreedzaam leven zoals Allah het had bedoeld en de profeet is daar – binnen de beperkingen van de gebroken werkelijkheid waarin we nu eenmaal leven – ook echt in geslaagd.

Mohammeds opvolging
Na Mohammed’s dood barst de strijd om zijn opvolging vrijwel meteen los. Verschillende kaliefen (opvolgers van Mohammed) worden vermoord, waaronder met name de vierde kalief Ali ibn Aboe Talib belangrijk zal worden. Er volgen burgeroorlogen (fitna) en ook hele Arabische landen buiten het Arabisch schiereiland worden gewapenderhand veroverd. In deze tijd ontstaan twee hoofdstromingen in de Islam, de Sunieten en de Sjiieten. Voor de Sunieten is vooral de levenswijze van Mohammed leidraad voor het geloof en het dagelijkse concrete leven. De overgave aan een positieve moraal verankerd in een levensvatbare traditie (suna) daar gaat het om. Voor de Sjiieten gaat het meer om de rechtmatige leider. Zij kiezen voor kalief Ali en noemen zich dan ook de Sjia i-Ali (de partij van Ali). Helaas Ali wordt ook vermoord en de tweede zoon van Ali, Hoessein, wordt tot kalief uitgeroepen.
Deze Hoessein wil geheel in de lijn van de profeet vrede stichten tussen de Arabische stammen. Hij gaat dan ook met een klein weerloos legertje op weg en … wordt genadeloos afgeslacht. Nieuwe fitna’s zijn het gevolg. De moordzuchtige kaliefen hadden zich geen waardige opvolgers van de profeet Mohammed getoond en daarom benoemden de Sjiieten imams als geestelijk leider. Tegen het eind van de achtste eeuw roept de zesde imam de Sjiieten zelfs op om zich volledig uit de wereldse politiek terug te trekken, omdat daar alleen maar ellende van kwam. Als de elfde imam in de gevangenis sterft dan duikt zijn zoon Aboe al-Kasin Mohammed onder om zijn leven te redden. Deze twaalfde imam staat bekend als de Verborgen Imam en zal voor de Sjiieten van blijvende betekenis blijken.

Islam gaat wereldwijd
Onderwijl breidde de wereldlijke macht van de Islam zich steeds verder uit. Verschillende kalief dynastieën – verbonden met de Sunieten – wisselen elkaar af, Omajaden, Abassiden, Seldjoeken, veroveren steeds meer gebied buiten het Arabisch schiereiland tot in Spanje, Egypte en Rusland toe. De Sjiieten bleven in Iran. In de dertiende eeuw kwamen de Mongolen, nietsontziende veroveraars, die, als ze een land eenmaal in hun bezit hadden en de halve bevolking vermoord, de overgeblevenen vrijheid van godsdienst gaven. Op deze manier kwam de Islam dan ook in contact met landen in het verre Oosten, India, Pakistan, Afghanistan, waar weer een geheel eigen soort Islam ontstond. Na de zestiende eeuw werden de Mongolen afgelost door het Osmaanse Rijk dat zo’n beetje de hele Islamitische wereld bevatte, terwijl de Sjiieten zich concentreerden in het Safawidische Rijk (het huidige Iran). In deze turbulente ontwikkeling ontstonden nog twee belangrijke Islamitische stromingen: de Soefi mystiek en de Falsafa filosofie.

Mystiek en filosofie
Djalal-al-Din-Rumi
De Soefi mysticus Djalal-al-Din-Rumi moest voor het Mongoolse geweld vluchten van hot naar her en hij begon de Sjiieten aardig goed te begrijpen als ze zeiden dat er van politiek en machtswellust niets dan ellende kwam. Tegelijkertijd kwam hij er achter dat de wereld toch groter was dan de Osmanen dachten en ging hij nadenken over de werkelijke zin van leven en religie, over goed en kwaad. Hij kwam er achter, dat er maar één betrouwbare basis is in het leven, de goede God die alles goed had bedoeld, maar daarin vooral door mensen en hun machtsstreven steeds maar weer werd gefrustreerd. Waar het voor Rumi om ging was te leven vanuit de liefde van die goede God en die liefde door te geven aan de mensen. En zo ontwikkelde deze dansende derwish zijn heilige dans rond de dragende basispilaar van de moskee – de liefde van God – die mensen in beweging zet tot een wervelende en inspirerende rondedans als een lofzang voor de Eeuwige.

Avicenna en Averroës
De Sunieten verwachten in onze ondermaanse poel des verderfs het heil van de positieve moraal die verankerd was in de traditie en een uitgekiend rechtssysteem (sjaria) gebaseerd op het leven van de profeet. Zij gingen daarin zelfs zover dat het individuele denken over de veranderende omstandigheden een halt toegeroepen moest worden. En daar kwamen belangrijke filosofen als Avicenna en Averroës weer tegen in opstand, want zij geloofden in de positieve kracht van de autonome rede die verder reikt dan de eigen situatie, traditie en sjaria. De Sjiieten in Iran bleven realistisch ten aanzien van het gebroken bestaan waarin de mens leeft. Jaarlijks herdachten zij massaal de moord op Hoessein en stelden hun hoop op de komst van de Verborgen Imam, die de functie kreeg van een niet-wereldlijk leider, de te verwachten Messias. Khomeini bracht hierin verandering toen hij als geestelijk leider zich ging opwerpen als wereldlijk leider.

De hoop op een beter leven
Al met al kun je stellen dat er in de Islam verschillende antwoorden zijn gevonden op de gebrokenheid van het bestaan, de ontoereikendheid van de bronnen en het kwaad in het algemeen. Wil je in de woestijn overleven dan zul je vooral praktisch moeten zijn en de Islam als godsdienst is uiterst concreet, nuchter en praktisch. Het gaat om overleven en daarop heb je nu eenmaal meer kans als je in vrede met je broeders leeft. Maar deze stelregel van de profeet is in de hele geschiedenis van de Islam steeds weer met voeten getreden. Het kwaad stijgt boven de mens en zijn kunnen uit en is een symbolische werkelijkheid die niet te peilen is. Toch blijft hierin de hoop op een beter leven – die met name in de laatste eeuwen door het Westen is beschaamd – blijven bestaan.
Ergens zie ik dat ook terug in het Islamitische gebruik dat vrouwen gesluierd over straat gaan, een gebruik dat in de tiende eeuw door Griekse christenen in de Islamitische wereld is ingevoerd en niet op de profeet Mohammed kan worden terug gevoerd. Misschien wordt het uiteindelijke heil in ons ondermaanse tranendal wel meer van ‘het vrouwelijke’ als zachte kracht verwacht dan van oorlog en geweld en verwijst de verborgen vrouwelijkheid naast allerlei andere dingen ook naar de Verborgen Imam die de ‘zoetheid’ van de profeet zal terugbrengen en Allah’s rijk van vrede, liefde en gerechtigheid op aarde zal vestigen.

Ik zou het leuk vinden als je op de gedachten in dit essay of in andere essays wilt reageren. O

Leave a Reply

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.