Zeventig [twee]
3 juli 2016
Thema: over getallenstelsels en universele moederliefde
Overdenking
Tweeënzeventig zendelingen?
Wat toch een merkwaardig getal hè 72. Twee-en-zeventig mensen worden er door Jezus op uitgestuurd om de blijde boodschap van het komende Koninkrijk van God, het Rijk van vrede en gerechtigheid dat zich op aarde komt vestigen, de wereld in te brengen. Je zou toch eerder aan zeventig dan aan tweeënzeventig denken, vooral omdat zeventig – tien keer zeven – wel vaker voorkomt als een soort van heilig getal, namelijk zeven het getal van de volheid en dat dan tien keer. Maar het getal twee-en-zeventig heeft dat soort associaties helemaal niet. Toch staat er 72 en geen 70. Ook in de Griekse grondtekst, maar daar is iets merkwaardigs aan de hand. Er staat letterlijk hebdokonta dat betekent zeventig en dan staat er tussen haakjes duo – twee achter. In de Griekse grondtekst van het Nieuwe Testament staat dus zowel zeventig als tweeënzeventig en dat maakt het allemaal nog merkwaardiger, wat wordt hier nou eigenlijk bedoeld, wat is hier aan de hand? En is dit überhaupt iets om je druk over te maken. Ik denk het wel.
Moederliefde
Het goede leven breekt door in mensen, steden en volkeren, dat is de blijde boodschap van zowel het Oude als het Nieuwe Testament. Jesaja komt met het merkwaardige beeld van een geboorte voordat er sprake is van barensweeën, en hij stelt daar op het eerste gezicht bizarre vragen bij. Kan een land in één dag worden gebaard, kan een volk in één keer worden geboren. Maar Sion – zo wordt Jeruzalem ook vaak genoemd in de Bijbel – baart haar kinderen terwijl de weeën net begonnen zijn. En dan zegt de Heer: zou ik de moederschoot openen en niet laten baren of, nog onvoorstelbaarder, zou ik laten baren en de schoot gesloten houden. Wacht even, de geboorte van een kind is hier een metafoor, beeldspraak voor het geboren worden van een stad, een land een heel volk, het in het volle daglicht te voorschijn komen wat in het verleden in het verborgene door de Schepper tot leven is gewekt. En daarmee wordt toch wat duidelijker wat deze Jesaja eigenlijk bedoelt.
In het laatste hoofdstuk van het profetenboek Jesaja is een derde schrijver aan het woord die leefde aan het einde van de Babylonische ballingschap en tijdens de moeizame wederopbouw van de stad Jeruzalem daarna. Hij steekt zijn mensen een riem onder het hart: wanhoop niet mensen, hier ontstaat iets nieuws dat al heel lang geleden door onze God tot leven is gewekt. Hij laat niet varen het werk dat zijn hand begon, dat wat er in het verleden aan goeds is gezaaid en waar we ons in Babel opnieuw van bewust geworden zijn, blijft z’n levende, leven gevende en troostende werking houden. Hij zal zijn volk nooit in de steek laten, maar haar tot haar bestemming brengen. Deze stad zal getuigen van Zijn liefde en trouw en zij zal jullie koesteren, verzorgen en voeden zoals een moeder voor haar kind zorgt.
De tijd
Het verleden is een rekbaar begrip. Zeker in het verleden is er heel veel gebeurd, dat nu nog steeds van kracht is, vaak een funeste, maar meer nog een heilzame uitwerking in het heden en in onze toekomstverwachting blijft houden. Het funeste verdwijnt op een gegeven ogenblik, het kwaad gaat aan zichzelf ten onder, maar wat liefde bouwt dat blijft bestaan, het heilzame gaat niet verloren. En precies dat wordt volgens mij uitgedrukt in de dubbelheid ten aanzien van het getal tweeënzeventig.
Er zijn in het verleden namelijk verschillende getallenstelsels ontwikkeld. Wij leven met het tientallig stelsel, maar we kennen ook allemaal nog het twaalftallig stelsel, dat in Engeland nog voor een groot deel in het geldsysteem wordt gebruikt. Maar ook op onze eigen bewegwijzering op de snelwegen zie je daar nog sporen van terug. Heel vaak wordt een afslag op 1200 meter voor die afslag aangekondigd, dan op 600 en tenslotte op 300 meter. En wat te denken van onze tijdsindeling? Een etmaal bestaat immers uit 2 x 12 uur. Dan hebben we nog de 12 stammen van het volk Israël, de 12 discipelen, en ga zo maar door. Allemaal restanten van het veel oudere twaalftallig stelsel, dat ook in onze contreien op uitgebreide schaal is gebruikt en na de invoering van tientallig stelsel op allerlei manieren is blijven bestaan.
Welnu zowel het tien- als het veel oudere twaalftallig stelsel zit in het getal 72 of zoals het in het Grieks wordt uitgedrukt zeventig en dan tussen haakjes (twee). Zeven – het heilige getal van de volheid – hoort bij het tientallig stelsel. Helemaal als het ook nog eens met tien wordt vermenigvuldigd is de link met de volheid van het heil snel gelegd. Maar zo staat er: daarna stelde de Heer tweeënzeventig anderen aan. Anderen dan wie? Anderen dan de twaalf discipelen. 72 is 6 x 12 doe je daar nog eens 12 discipelen bij, dan heb je dus in totaal 84 = 7 x 12 zendelingen. Dus zowel in het tientallig als in het veel oudere twaalftallig stelsel is de volheid van het heil aan de orde, waarvoor de Allerhoogste als Schepper garant staat, dat Hij lang geleden met liefde in de schepping legde, dat Hij voor altijd blijft koesteren en waarmee Hij Zijn Rijk van vrede en gerechtigheid op aarde bouwt. Jawel het goede leven breekt door in mensen, steden en volkeren, omdat het er in al in zit, door de Heer is in gelegd. En hoe we ook maar de fout in gaan, wat liefde heeft gebouwd gaat nooit verloren en zal altijd en overal opnieuw worden geboren.
De standvastige gemeente
Ach wat waren ze blij die tweeënzeventig zendelingen toen ze terugkwamen. Wat ze niet allemaal mee hadden gemaakt, je houdt het niet voor mogelijk. Zieken werden genezen, ruzies bijgelegd, diepe psychische wonden geheeld, ja zelfs de demonen onderwierpen zich bij het horen van de naam van Jezus, de vertegenwoordiger van de Allerhoogste God van alle hemelen en ook de aarde. Logisch want als Zijn Geest echt gaat werken dan wordt alleen het goede gevoed en gaat al het kwaad aan zichzelf ten onder. Ik heb jullie macht gegeven zegt Jezus om het kwaad te weerstaan, slangen en schorpioenen te vertrappen en om de kracht van de vijand te breken, zodat niets je op je tocht kon schaden. Maar in feite gaat het daar niet om, want met macht kom je geen stap verder in de goede richting. Okay, er zal je niets overkomen maar om echt iets te betekenen voor mensen en voor het Koninkrijk van vrede en gerechtigheid moet je toch echt in direct contact blijven met de liefdevolle kracht van de Allerhoogste die sinds mensenheugenis in mensen, in de wereld, in de schepping werkt. Want die kracht heelt mensen, voedt mensen, zet mensen die geen hoop meer hebben rechtop op hun eigen benen zodat ze weer verder kunnen. Alleen in de verbinding met die kracht zul je de innerlijke rust en vrede blijven bewaren en zal de goede boodschap uitwerking hebben voor heel veel mensen nu en in de verre toekomst.
Brood en wijn verwijzen naar die kracht die er altijd was, is en zal zijn om ons op handen te dragen, te bezielen en om het goede te doen. Of je nu leeft in een twaalftallig, een tientallig of wat voor getallenstelsel dan ook maar, die kracht is voor iedereen altijd en overal bestemd en ook echt werkzaam. Zo blijven we ondanks alle kwade wil, verbolgenheid en tegenkrachten als gemeente van Christus op een liefdevolle en krachtige manier op de been. Want wat liefde bouwt, dat blijft bestaan. De rest verdwijnt vanzelf. Amen
Voorbeden.
Lieve God, Dank U wel dat U ons regelmatig nieuw vertrouwen schenkt en voedsel voor onderweg. Dank U wel voor de tekenen van brood en wijn, waarmee U ons laat weten, dat zelfs de dood, ondergang of vernietiging U niet kan tegen houden om Uw rijk te vestigen en om aan Uw heil gestalte te geven in mensen. Help ons om in de verwarring van alledag met z’n grote en kleine vragen te leven vanuit dat oervertrouwen en om zo een vrede en innerlijke rust uit te stralen die zo weldadig is voor onszelf en voor iedereen die we tegenkomen.
Wees met allen die het moeilijk hebben. Ziek, eenzaam, verbitterd, hard, somber, mat of gewoon moe, Heer laat Uw Geest waaien en geef een nieuwe en diep gevoelde zin aan hun leven. Verander de broze hardheid van de macht in de soepele veerkracht van de liefde. Maak van mensen voor wie het leven een zware last is geworden weer blijde mensen die zin hebben in het leven en dat ook aan anderen gunnen. Zo bidden wij U laat het geloof in U – Vader Zoon en Heilige Geest – weer een werkzame kracht worden in het leven van mensen. Dat vragen wij U voor ons zelf en voor iedereen die wij in stilte aan U opdragen. Wees met ons in de stilte en doe met ons naar Uw wil.
Stil gebed.
Onze Vader.
Bijbellezingen:
Jesaja 66, 7-14
Lucas 10, 1-20