De ethische noodzaak van bezit (3) ‘Ethiek’
Als de klanken van de klankschaal eenmaal zijn weggeëbd blijft een diepe stilte, een uitnodiging tot echt luisteren, een andere beleving van de werkelijkheid. We zijn aangekomen bij de ethiek. Bezit op zich is niet goed of slecht. Het gaat er alleen om hoe je er mee omgaat en dat is een ethische kwestie. Als laatste zekerheid stelt bezit helemaal niets voor. Wat je vandaag in handen hebt, is morgen verdwenen, als sneeuw voor de zon. Was niet 50% van de mondiale beurswaarde in rook opgegaan? Ook de logica van de noodzaak hebben we opgegeven. Iedereen mag beweren wat hij of zij wil en het is waar. Zo konden talloze investment banks een omvangrijk imperium bouwen op gebakken lucht. Ik vind de postmoderne kritiek op het Westers denken dan ook heel terecht. We zijn volgens mij op mondiale schaal aan iets nieuws toe. Ik zoek met vele anderen naarstig naar alternatieven en denk die te vinden in de ethiek.
Kiezen, op grond waarvan?
In de ethiek gaat het om kiezen, op verantwoordelijke wijze kiezen. Maar waar laat jij je bij die keuzes door leiden? Wat is verantwoordelijk? En aan wie heb je dat antwoord te geven? In de ethiek zijn er wat dat betreft verschillende stromingen. Het ‘utilitarisme’ laat zich leiden door het grootste goed voor zoveel mogelijk betrokkenen. De ‘deontologie’ zoekt het meer in grondregels. Als gelovig Christen laat ik me graag leiden door de samenvatting die Jezus eens van de tien geboden gaf: ‘Heb God lief boven alles en je naaste als jezelf.’ Dat is een grondregel, zeker maar geen gesloten systeem, want de naaste is iedereen op onze aardbol. Deze grondregel sluit dus tevens het grootste goed in voor zoveel mogelijk mensen.
Consequenties van het liefdegebod
Voor mij heeft dat een aantal consequenties. In de eerste plaats lijkt het me zinvol – als je God wilt lief hebben boven alles – om het mysterie weer toe te laten in het Godsbeeld, als je dat al wilt hanteren. De Franse filosoof Paul Ricoeur omschrijft God als het punt waar alle betekenis wordt verzameld en tegelijkertijd ontsnapt. Misschien snappen we dan wel iets van God, maar als je het over God hebt, dan is daar veel meer aan de orde dan we in twintig eeuwen Christelijke theologie hebben opgeschreven. En dat heeft weer een belangrijke consequentie. Misschien hebben andere religies en culturen ook wel iets zinvols daarover opgetekend. Als je God lief hebt boven alles, dan laat je je door andere religies verrijken in plaats van dat je ze gaat bestrijden. En daarmee gaan de verhoudingen tussen de religies en de culturen die ermee verbonden zijn ook een stuk verbeteren.
In de tweede plaats lijkt het me ook zinvol om de hand eens in eigen boezem te steken. De oude Griekse natuurfilosofen maakten al onderscheid tussen twee grondprincipes die de werkelijkheid regeren: het verbindende principe (liefde) en het scheidende principe (haat). Als je je dus door liefde wilt laten leiden dan zul je moeten verbinden. Daar past geen verdeel en heers principe in. Overzicht, controle op grond van inzicht, zien met allerlei theorieën, het heeft de Westers Christelijke cultuur veel kennis, techniek en reëel bezit opgeleverd, dat zeer de moeite waard is. Maar we hebben meer zintuigen dan alleen onze ogen. Als het Westers denken zich, vooral met de Grieken, beperkt tot theoretisch inzicht, technisch kunnen, kortom tot wat te overzien is en als die beperking uitmondt in het actuele postmoderne nihilisme – geen centrum, geen waarheid, geen moraal – is het dan niet tijd om de andere zintuigen in ons kennen ook en kans te geven? Waarom niet de harmonie zoeken van een gezamenlijk gezang, je laten betoveren door de dans van de derwish, je laten meenemen in de spiritualiteit van de Indianen, je laten dragen door de diepe stilte van je eigen bewustzijn, waarin al je zintuigen – en ook je innerlijke oog – doorleefde werkelijkheid wordt. Kortom, ik pleit voor delen, de ander tegemoet treden met respect, samen het goede leven leven.
Dat heeft in de derde plaats nog een belangrijke ethische consequentie. De zo Westerse gewoonte om lichaam en ziel, materie en geest, strikt van elkaar te scheiden verdwijnt. We gaan juist de onlosmakelijke eenheid van beide kanten van ons bestaan weer respecteren. Echt genieten van heel het leven waar en wanneer dat maar mogelijk is. Echt delen in plaats van eenzijdige afhankelijk makende liefdadigheid. En geen gebakken lucht meer, maar beloning op grond van werkelijk toegevoegde waarde. Gebakken lucht keer gebakken lucht is nog steeds gebakken lucht. En als je daar je imperium op bouwt, dan moet dat een keer instorten. Reële waarde keer reële waarde geeft meerwaarde, veel en blijvende meerwaarde – materieel en spiritueel – want wat liefde bouwt dat blijft wel bestaan.
Meerwaarde
In het grote liefdegebod is de ander belangrijk en alles wat je doet is voor de ander en daarmee ook voor je zelf van echte waarde. Een beetje minder luxe misschien, maar wat wordt geproduceerd en aangeboden heeft echte waarde. En over die waarde wil je verantwoording afleggen aan iedereen die daarom vraagt. Graag zelfs, want het gaat immers om echte waarde, waar je zelf ook warm van wordt. Ik zie dit steeds meer om me heen gebeuren. Het internet is hier een heel krachtig medium. Daar blijkt direct of je waar maakt wat je belooft, er wordt namelijk over geschreven of je dat nou leuk vindt of niet. Er is van alles aan het veranderen in de wereld en dat gaat volgens mij in de richting van echte waarde creëren, delen en vermenigvuldigen. Sommigen denken, dat we binnen niet al te lange tijd niet eens meer gebruik gaan maken van geld, maar van een soort credit system gebaseerd op echte waarde. En de nieuwe wereldorde die Herman Wijfels op het oog heeft lijkt mij ook aardig gericht te zijn op het creëren van echte meerwaarde.
Conclusie
Het wordt tijd om eens wat conclusies te trekken. De ethische noodzaak van bezit daar ging het om in dit essay. Dat is geen holle frase of lege formule. Er zit heel veel betekenis in. Dat voel je. Alleen die betekenis is ons aan het ontglippen. Als bezit zo vluchtig is als de wegstervende klanken van een klankschaal, als er geen enkele grond meer is om de noodzaak van wat dan ook vast te houden, dan moet en kan volgens mij de ethiek de betekenis redden in onze beginformule met z’n drie variabelen. Ethiek is daarin niet een verplichting die je met een moraliserend vingertje kunt opleggen, maar bedoeld als verdieping die je bij een vreugdevolle harmonie brengt. Een ethiek die bezit z’n status van laatste zekerheid, strohalm ontneemt, maar juist waardevol maakt; een ethiek waarvoor waarheid niet iets is dat je noodzakelijkerwijs moet bezitten, maar iets waarin je kunt deelnemen, groeien, je leven lang. Als dat ergens nodig is op dit moment dan is het wel in het economische leven.
Kant gaf aan de ethiek een gouden grondregel mee. Waarschijnlijk ken je hem wel: ‘Wat u niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.’ Ik draai die regel om: Wat jij graag wilt dat jou overkomt, doe dat ook voor de ander. Als jij graag rijk wilt worden gun dat dan ook aan je opdrachtgever. En als je opdrachtgever blij wordt van jouw kwalitatief hoogstaande adviezen, dan word je daar zelf ook blij van. En dan komen er in de puur zakelijke relatie ook andere waarden aan bod. Klantenbinding, zo ‘noodzakelijk’ in tijden van recessie wordt een zaak van waardevolle menselijke verhoudingen. Op die manier word je boven je zelf uitgetild en kom je in echt contact met de ander.
Daarvoor moet je wel eerst weten wat je zelf nu eigenlijk graag wilt. Wat maakt jou blij, waar word je echt gelukkig van. Dat is best een moeilijke vraag. Een mooie manier om antwoorden te krijgen op die vraag is om eens te bedenken waar je vroeger als kind mee speelde, wat je daar bij bedacht en wat voor idealen je daarbij had. Ga dan eens na wat er van die idealen terecht is gekomen, of je er in je huidige leven nog steeds mee bezig bent, hoe en waarmee je ze zou kunnen aanvullen en hoe dat voelt. Zo komen er beelden naar boven die gaan over het soort maatschappij waar jij aan wilt werken en waar jij je kinderen graag in wilt laten spelen en gedijen. En als je daar echt mee aan de slag gaat, ga je meerwaarde creëren die jou op het lijf geschreven staan en waar anderen ook heel veel aan gaan hebben. Ik zou zeggen veel plezier er mee.
Ik zou het leuk vinden als je op de gedachten in dit essay of in andere essays wilt reageren.