Blog

16
nov

Zin in de toekomst

Over onderwijsvernieuwing (Great Place to Live)

Atheneum-leerling Bas
Bas was een klein bijdehand jongetje in 3 Atheneum. Een beetje te bijdehand. Haantje de voorste en niet altijd waren zijn bijdragen aan de gesprekken in de klas even weldoordacht. Hij werd dan ook regelmatig door de klas terecht gewezen, maar dat mocht niet baten. Eigenlijk zette hij zichzelf daarmee een beetje buiten spel in de klas. Als docent godsdienst ergerde ik me ook wel een beetje aan Bas. Het eerste proefwerk godsdienst. Een, gezien de stof, voor de hand liggende vraag over het Oude Testament werd door Bas betrokken op het Nieuwe Testament en ook zo beantwoord. In de eerstvolgende les heb ik de hele klas op het hart gedrukt hoe belangrijk het is om niet zo maar wat te roepen, maar eerst de vragen goed en grondig te lezen. En ik nam Bas als voorbeeld. ‘Als je het doet als Bas, dan laat je zien dat je er helemaal niets van hebt gesnapt!’ De klas gniffelen, Bas sneu.
Het voorval liet me niet los en thuis bedacht ik, dat ik Bas veel te hard had aangepakt.’ De volgende dag ben ik de les begonnen met Bas toe te spreken: ‘Bas ik heb je gisteren veel te hard aangepakt, je had best wel een goed cijfer voor je proefwerk en ik had niet mogen zeggen dat je er niets van hebt gesnapt. Mijn welgemeende excuses.’ De klas raakte hierdoor wel een beetje in verwarring – hé een leraar heeft het ook niet altijd bij het rechte eind – maar vond het toch ook wel fijn. Bas glimlachte alleen maar. Ik heb nog nooit een klas gehad, waar ik een jaar lang zo fijn mee heb gewerkt als met deze klas.

Parker Palmer en de ‘wie?-vraag
Een boek. dat mij al jarenlang inspireert als het gaat om lesgeven, is The Courage to Teach; exploring the inner landscape of a teacher’s life van Parker Palmer (San Francisco, 1998). In het onderwijs, zegt Palmer, stellen we meestal drie vragen: wat? hoe? en waarom? Het ‘wat’ gaat over het vak dat wordt onderwezen met z’n eigen aard, vragen en eisen. Het ‘hoe’ gaat over de manier waarop dat vak wordt onderwezen, de vakdidactiek. En in het ‘waarom’ gaat het over de motivatie, die je ooit hebt gehad om juist dit vak te kiezen en het nog steeds te beoefenen. Stuk voor stuk heel belangrijke vragen, die de docent zich steeds moet blijven stellen en die alle drie om loyaliteit vragen. ‘Wat?’ vraagt de docent om loyaliteit met het vak. ‘Hoe?’ vraagt de docent om loyaliteit met het leerproces van de leerling in dat vak. ‘Waarom?’ vraagt de docent om loyaliteit met de eigen identiteit in verhouding tot het eigen vak. Maar er is nog een vierde vraag die de moeite van het stellen meer dan waard is en dat is de vraag: wie? Met die zelden gestelde vraag komt er ook in de drie andere vragen een nieuwe dynamiek op gang.
In de traditionele opvatting van onderwijs zit een zeker eenrichtingsverkeer. Aan de top wordt het vak door de echte wetenschappers ontwikkeld en verder gebracht. Wat daar wordt opgebouwd moet zo goed en efficiënt mogelijk in de hoofden van de leerlingen en studenten worden gebracht. En van de docent wordt verwacht dat hij of zij de eigen motivatie voor het vak zo goed mogelijk op peil houdt door alle ontwikkelingen nauwgezet bij te houden en aan de leerlingen of studenten door te geven. In deze top – down beweging liggen de (machts-) posities van alle deelnemers min of meer vast. Omdat het alleen om rationele kennis gaat, waarvan de overdracht streng moet worden gereguleerd en gecontroleerd verkrampt het leerproces tot een gesloten systeem, waarin de posities worden geconsolideerd; alle onderwijsvernieuwingen ten spijt. Het systeem is belangrijker dan de mensen die het systeem bevolken en brengt veel betrokkenen vaak tot demotivatie, onverschilligheid en soms zelfs wanhoop. Deze actuele trend wordt door de wie?-vraag ontkracht.
Op het moment namelijk dat we gaan vragen wie er aan het leerproces deelnemen, gaat het niet meer alleen om de hoeveelheid kennis in een hoofd, maar om de hele persoon van iedereen die in het leerproces participeert. En in dat leerproces bevinden zich allemaal verschillende personen rond een thema met meer of minder kennis van, met meer of minder interesse in, met meer of minder zelfvertrouwen ten aanzien van dat thema. Ieder persoon is even waardevol en heeft iets heel eigens en unieks in te brengen dat met de andere deelnemers kan worden gedeeld. In dat proces is stilte belangrijk, de kunst van het luisteren, de wil om te leren van de ander, van het thema. Het thema staat centraal en de docent zal dat zo goed mogelijk belichten en tegelijkertijd leren van hoe z’n leerlingen met het thema omgaan. Daarmee krijgt het thema nog meer kleur en gaan de leerlingen mee op een avontuurlijke ontdekkingstocht. Zo wordt het leerproces een warm gebeuren, waarin iedereen zich thuis voelt en kan ontwikkelen. Iedereen wordt daarin gemotiveerd, omdat leren een wederkerig proces is geworden en ook het vak zelf is gediend met veel nieuwe input, die de docent in wetenschappelijk verantwoorde artikelen aan de universiteit voorlegt. De wie?-vraag brengt nieuwe sjeu in het leerproces, ook in de meest traditioneel opgezette lesprogramma’s.

Een warm leerproces
Door de wie?-vraag winnen de vragen naar het ‘wat’, ‘hoe’ en ‘waarom’ aan intensiteit. Maar ze krijgen ook een andere kwaliteit, namelijk de kwaliteit van hoop. Echte aandacht voor de ander schept hoop op verandering binnen de vaststaande structuren van gesloten systemen, hoop op nieuwe dynamiek in het leerproces, hoop op een betere wereld, gewoon omdat het leerproces dat daar aan ten grondslag ligt anders verloopt.
Hoe overwinnen we de wanhoop? Met espérance, een geloof in de goede bedoelingen van wat de Duits Amerikaanse theoloog Paul Tillich de ‘God beyond gods’ noemde en in de affirmation originaire – naar een uitdrukking van de Franse filosoof en middelbare school docent Jean Nabert. Ik geloof echt dat vanuit deze ‘oorspronkelijke bevestiging’ een heel nieuwe cultuur kan verrijzen. Dat wordt een cultuur waarin de wie?-vraag in het leerproces zal worden gesteld en mensen elkaar gaan stimuleren; een cultuur waarin de wereldreligies elkaar gaan verrijken; een cultuur waarin nieuwe combinaties van de zintuigen met hun intelligenties de schepping van nieuwe, levende metaforen stimuleren en nieuwe inzichten opleveren in de onuitputtelijke symbolische rijkdom van de werkelijkheid; een cultuur die zal worden gevoed door een nieuw wereldbeeld gebaseerd op liefde. Daarin blijven leraren hun leven lang student en delen met hun leerlingen wat zij wezenlijk vinden in het leerproces van de hele lerende gemeenschap.
Als leraar kan ik me geen dankbaardere taak voorstellen dan het verder stimuleren van de ontwikkeling van dit soort trends. Voor mij heeft het onderwijs namelijk een drievoudige verantwoordelijkheid: 1) loyaal zijn aan de enorme hoeveelheid kennis en vaardigheden die we hebben ontvangen vanuit het verleden door traditie en wetenschap; 2) nieuwe inzichten creëren op basis van deze expertise, zodat nieuwe betekenislagen de menselijke geest kunnen bereiken vanuit de onuitputtelijke diepten van een gedeelde symbolische rijkdom; en 3) de hoop levend houden op een wereldbeeld dat is gebaseerd op liefde.

Zin in de toekomst
Bas leerde nadenken en goed lezen voor hij wat riep. Iets waarvan hij z’n leven lang plezier van gaat hebben. Dat is toch veel belangrijker dan dat een leraar z’n gelijk neemt. Als Bas en z’n klasgenoten die les ook zelf naar anderen toe in praktijk gaan brengen, dan gaan de gesloten systemen waarin het onderwijs verkrampt open, dan wordt het warm daarbinnen en kan het leren pas echt van start gaan. Want echt leren doe je samen met mensen die bij jou iets nieuws naar binnen brengen en aan wie jij ook iets nieuws te bieden hebt. Waarheid delen in plaats van bevechten noem ik dat. Als zoiets ergens moet beginnen dan is het wel op school. En als het daar goed is geleerd, dan gaan er heel wat blijde mensen de school verlaten, de maatschappij blij maken en de hoop op een zinvolle toekomst levend houden.

Ik zou het leuk vinden als je op de gedachten die hier of elders zijn verwoord wilt reageren.

Leave a Reply

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.